Snowboardbindingen advies
Wil je meer informatie over snowboardbindingen? Op deze pagina vind je het beste snowboardbindingen advies.
1. DE ONDERDELEN VAN DE BINDING
Over het algemeen bestaat de binding uit drie onderdelen:
- de baseplate,
- de highbacken
- de straps.
Stijvere modellen zijn geschikt voor freeriders, die een directe krachtsoverdraging waarderen. Zachtere bindingen geven freestylers en beginners meer bewegingsvrijheid.
2. DE MAAT VAN DE BINDING
Het belangrijkste criteria bij het kiezen van een binding is de maat van de binding. De binding moet bij je boot passen. Dat betekent dat de lengte en breedte van de baseplate moet passen bij de lengte en breedte van je snowboard boot. Fabrikanten zoals Rome of Nitro bieden verschillende maten aan. De meeste bindingen zijn verkrijgbaar in S, M en L, sommige modellen zelfs in XS of XL. Fabrikanten zoals Union geven hun maten aan als S/M, M/L en L/XL. Je kunt de toe- en heel ramp, de straps en de highback verstellen om de binding perfect aan te passen aan je boot. Hoe hoger de kwaliteit van de binding is, hoe meer mogelijkheden je hebt om de binding aan te passen aan je boot.
3. BINDING SYSTEMEN MET STRAPS
Naast de traditionele 2-strap binding, zijn er ook de zogenaamde speed-entry systemen. Op een traditionele binding heb je een toe- en ankle strap die je kunt openen en sluiten met ratchets. De ankle strap fixeert de hiel in de binding. De tenen worden op hun plaats gehouden door de toe strap. Beiden straps kunnen onafhankelijk van elkaar worden aangepast aan je snowboard boot. Met sommige speed-entry modellen zijn beide straps samen gevoegd en heb je maar een ratchet om vast te maken. Dit bespaard tijd bij het in en uit de binding gaan, maar hij kan niet zo precies worden aangepast als bindingen met twee individuele straps.
3.1 REAR ENTRY SNOWBOARD BINDINGEN
Met rear entry bindingen, blijven de toe en ankle straps dicht. Om de binding te openen klap je de highback naar achteren en plaats de boot onder de gesloten straps. De druk op de bindingen is altijd gelijk, maar aanpassingen zijn mogelijk met de buckles. Je opent en sluit de binding in een enkele beweging, wat het comfort verhoogt. Er zijn rear entry systemen met een strap, speed entry, of met twee straps. Rear entry bindingen met twee straps zijn verkrijgbaar van merken als K2, SP, Völkl, Gnu en Roxy.
- Cinch bindingen
- Fastec systeem.
Als je de highback van de Cinch en Fastec bindingen opent, dan wordt de ankle straps losser, hij wordt weer vast als je de highback sluit. Met cinch bindingen kun je ook normaal in en uit de bindingen komen door de straps te openen. Met Fastec kun je alleen in en uit de bindigen komen door de highback te openen en te sluiten, de straps hebben geen ratchets.
Flow bindingen zijn de klassiekers onder de rear entry bindingen. Het bedrijf heeft altijd rear entry bindingen gemaakt die een grote strap hebben die je normaliter maar een keer hoeft aan te passen aan je boot, waarna je hem niet meer hoeft te veranderen op de piste. Deze strap bedekt meestal het grootste gedeelte van de boot en drukt deze gelijkmatig in de binding.
Tegenwoordig heeft Flow ook hybride bindingen met rear entry en twee straps met ratchets voor kleine aanpassingen.
3.2 DE VERSCHILLENDE TOE STRAPS
Er zijn drie verschillende toe straps verkrijgbaar voor snowboard bindingen:
- De normale toe strap, die over het teen gedeelte gaat en druk uitoefent van boven
- De cap-strap, deze heefteen kleine teen kap die over de voorkant van de boot gaat en deze vaster in de binding drukt.
- De normale en cap-strap bindingen kunnen op beide manieren gebruikt worden, omdat het midden van de strap uit zacht materiaal gemaakt is dat zich kan aanpassen aan de teenkap van de boot.
4. DE STIJFHEID VAN DE BINDING: FLEX
De hardheid van de binding bepaalt de mobiliteit naar voren en achteren als ook naar de zijkant. Deze flex gaat van stijf carbon tot zacht urethaan. Als je een zachtere highback kiest, dan krijg je meer comfort. Jibbers en freestylers waarderen de bewegingsvrijheid voor tweaking en boning. Een harde highback geeft een directe krachtsoverdraging aan het board, maar is minder vergevingsgezind. De flex van de boots en de highback moet op elkaar worden afgestemd. Bij een zachtere boot heb je een zachtere binding nodig en omgekeerd. Meer gewicht benodigd een hardere flex. Een zachte binding zal niet genoeg feedback geven.
5. BINDING COMPATIBILITEIT
De binding moet compatibel zijn met het board. Alle prducenten behalve Burton hebben een norm afgesproken, het 4×4 insert systeem.Elke binding, behalve Burton EST is compatibel met vrijwel ieder board. Veel inserts (de gaatjes in het board voor de bindingen op te monteren) betekent veel mogelijkheden voor de juiste afstand tussen de bindingen. De discs van de bindingen hebben een verschillend aantal gaatjes. Sommige boards hebben ook kleinere insert afstanden zodat er meer mogelijkheden zijn op hetzelfde oppervlakte. De afstand tussen de paren met inserts is verminderd van de klassieke 4 inch naar 2 inch. Dat betekent dat alle bindingen, behalve Burton’s EST op deze inserts passen. Er zijn echter ook bindingen, bijvoorbeeld Union’s mini universal disc, die zijn aangepast aan deze insert afstand, dus die passen niet op traditionele 4×4 inserts.
Tegenwoordig heeft vrijwel iedere producent adapter discs, of hun discs al aangepast aan Burton’s Channel system (ICS), wat bijvoorbeeld ook gebruikt wordt door Endeavor. Alleen Burton’s EST bindingen, die alleen op een ICS board passen, zijn perfect aangepast aan het ICS systeem. Hier zijn de twee schroeven voor de montage van de binding rechts en links aan de buitenkant van de binding geplaatst, en niet onder het voetbed. Je kunt de stance per milimeter verstellen omdat er geen dingen zoals disc tandjes zijn die de mogelijkheden beperken.
6. DE HIGHBACK: FORWARD LEAN EN ROTATIE
De highback is grotendeels verantwoordelijk voor de grip en de krachtsoverdraging op de backside kant. De vorm en maat kunnen, afhankelijk van de fabrikant, het model en het gebruik, variëren. Je kunt, om een betere krachtsoverdraging te krijgen op het board, de zogenaamde forward lean (hoeveel de highback naar voren staat) aanpassen met een aantal graden. Als de highbacks rechtop staan, dan wordt je board vergevingsgezinder en heb je meer bewegingsvrijheid. Normaliter heb je geen gereedschap nodig om de forward lean aan te passen.
Bij veel bindingen kun je de highback ook aanpassen over de verticale axis. Hoe meer parallel de highback staat aan de backside kant, hoe directer de krachtsoverdraging is.
7. DE HOEK VAN JE BINDING
Je kunt de hoek van je binding aflezen op de disc. De hoek kan met stappen van 3 graden aangepast worden.
7.1 DE JUISTE STANCE VOOR FREESTYLE EN JIB
Voor freestyle en jib, is het het beste om de bindingen in duck stance, een v-positie, te monteren. Dit betekent dat je een positieve hoek hebt op je voorste binding en een negatieve hoek op de achterste. Een goede richtlijn is +15 en -15 graden. De afstand tussen de bindingen moet ongeveer schouderbreedte zijn. Deze positie is gebaseerd op de natuurlijke positie van je voeten en verminderd de stress op je gewrichten als je in het park rijdt.
7.2 DE PERFECTE FREERIDE STANCE
Bij het freeriden hebben veel riders een smallere stance en een lichte set back (de bindingen zijn licht naar achteren verschoven). Dit vermindert de kracht die nodig is om de nose van het board boven de sneeuw te houden. De achterste binding heeft een minder grote hoek dan de voorste binding, wat kan betekenen dat beide bindingen een positieve hoek hebben. +21 en +6 is een goede richtlijn om meer kracht te kunnen overdragen.
7.3 DE ALL-MOUNTAIN HOEK
Voor all-mountain heb je een positie nodig die zowel op de piste als ook off piste goed functioneert. We adviseren je daarom een lichte duck stance met een beetje set back. De voorste bindingshoek zou tussen +12 en +18 graden moeten zijn, de achterste bindingshoek zou minder moeten zijn, tussen -3 en -9 werkt meestal goed.